vak
geschiedenis
docent
Dhr dr Frank Okker
les
De invloed van de Max Havelaar op het bestuur

Als schrijver van Max Havelaar kunnen de verdiensten van Eduard Douwes Dekker, beter bekend als Multatuli, niet makkelijk worden overschat. Maar zijn invloed op het optreden van het Binnenlands Bestuur in de kolonie is een heel andere zaak. De getuigenissen van een aantal tijdgenoten verschaffen ons daar meer inzicht in.

Bescherming van de bevolking
Er bestaan nogal wat misverstanden rondom Multatuli en zijn magnum opus Max Havelaar. Tegen één daarvan zou de schrijver zeker geen bezwaar hebben gemaakt. Dat is het misverstand dat hij destijds als eerste opkwam tegen de uitbuiting van de inheemse bevolking door haar eigen hoofden en door het Nederlandse gouvernement.
Aan het begin van de negentiende eeuw nam de regering van de Bataafse Republiek een wet aan die het bestuur van de kolonie opdroeg om het welzijn van de gewone ‘inlander’ te bevorderen. Dat moesten de bestuurders doen door de herendiensten te beperken en willekeurige belastingen af te schaffen - in samenspraak met de Javaanse regenten en rekening houdend met het inheemse gewoonterecht: de adat.
De door Multatuli aangevallen gouverneur-generaal A.J. Duymaer van Twist (1851-1856) spande zich eveneens in om de herendiensten te beperken. Hij schafte de pasarbelasting af, die voor de bevolking vaak moeilijk op te brengen viel, maar voor de overheid een belangrijke inkomstenbron vormde. Ook verminderde hij de gedwongen aanplant van indigo, die leidde tot uitputting van de rijstvelden. Ten slotte ging hij verschillende malen over tot de schorsing of het ontslag van Javaanse hoofden wegens ‘knevelarij’ ofwel machtsmisbruik. Ook in het jaar dat Max Havelaar verscheen, 1860, moesten drie regenten het veld ruimen.

Niet conservatief, niet liberaal
Een ander hardnekkig misverstand is dat Multatuli een tegenstander was van het koloniale systeem. Zijn boek dat volgens Van Hoëvell (de leider van de liberale oppositie) een rilling door ons land teweegbracht, verscheen in het jaar dat de discussie tussen de conservatieven en liberalen over het koloniale beleid een beslissend stadium bereikte. Maar geen van beide partijen vond Multatuli aan haar kant.
Over de reacties van de Indische bestuursambtenaren weten we meer dankzij de aantekeningen van de geleerde G.P. Rouffaer (1860-1928). Hij verbleef van 1885 tot 1890 in de kolonie en sprak met een flink aantal betrokkenen bij de gebeurtenissen in Lebak. Zij bleken van mening dat de assistent-resident weinig begrip had voor de sociale en culturele verhoudingen op Java.
Veel groter was de invloed van Max Havelaar op de Indologiestudenten die binnen afzienbare tijd een functie bij het Binnenlands Bestuur gingen vervullen. Zij waren vast van plan hun werk te verrichten in de geest van de idealistische assistent-resident. Mede daardoor ligt het voor de hand de vlotte acceptatie van de ethische politiek, die aan het begin van de 20ste eeuw haar intrede deed, aan de invloed van Multatuli toe te schrijven.
Helaas had die invloed op individueel terrein ook een opvallend negatief gevolg. In de jaren direct na 1860 zouden verschillende Indische bestuursambtenaren die in hun afdeling met misbruik geconfronteerd werden zoals door Multatuli beschreven, een eind aan hun leven maken. Dat was nog heel wat ernstiger dan vrijwillig ontslag.

Volledige leeslijst volgt nog. (Is al te raadplegen in de uitgebreide pdf.)