vak
muziek
docent
Dhr drs Woody Brunings
les
Indorock en Indische jeugdcultuur in Nederland

De Indische rock-’n-roll-geschiedenis wordt naarmate de tijd verstrijkt of sterk geïdealiseerd, of – en dat gebeurt nog vaker – onterecht afgedaan als nietszeggend. Er staan nog heel wat vragen open over deze rockstroming, en de aangewezen personen om deze vragen te beantwoorden zijn de ervaringsdeskundige Indische rockers zelf. Deze generatie is echter aan het verdwijnen, en met hun ook de herinneringen.

Geschiedvervalsing
Het – bewust of onbewust – veranderen (verfraaiien?) van rockers helpt ook niet om een correct beeld van de Indo-rock in de geschiedenisboeken te krijgen. De juiste definitie van Indo-rock is:

Indo-rock is rock-’n-roll met Indische, Molukse en Zuid-Amerikaanse invloeden (Carioca, La Rosita, Sway, Perdido, enz.) zoals die eind jaren ’50, begin jaren ’60 vertolkt werd door bands van m.n. Indische Nederlanders.

Er waren verschillende soorten Indo-rock:

A) instrumentaal, met alleen gitaren in de bezetting, met veel syncopische maten, breaks en al dan niet met een lager gestemde staccato-riff-gitaar als ondersteuning van de rhythmgitarist (bijvoorbeeld Tielman Brothers, de Crazy Rockers), met een kenmerkende wilde show op het podium;

B) instrumentaal, met een piano of sax in de bezetting (bijvoorbeeld de Javalins, de Black Dynamites);

C) met zanger(s), waarbij de uitvoering meestal theatraal was. Alle muzikanten waren altijd goed gekleed; ze stalen de show met hun pakken.

De Indo-rock kenmerkte zich verder door originele arrangementen van bestaande Amerikaanse songs; tot 1965 was Indo-rock vooral populair in Duitse nachtclubs voor Amerikaanse soldaten.
    De bekendste bands en tevens grondleggers van de Nederlandse popmuziek waren: de Black Dynamites, de Tielman Brothers, de Javalins en de Crazy Rockers.

Na de oorlog
Met hulp van Amerikaans geld (Marshall-hulp) werd na de oorlog gewerkt aan de wederopbouw van het Nederland. Motto van de hardwerkende Indische Nederlanders was vooruitkijken, ondanks alle trauma’s, en het verdriet over oorlog, bersiap en repatriëring. Hard werken en tucht gold ook voor de kinderen.

Amerikaanse muziek
De Indische jongens kenden de Amerikaanse muziek al uit Indonesië; daar konden ze de moderne Amerikaanse zenders van de Filippijnen en Australië ontvangen. Ook kregen ze platen van familie/vrienden uit Amerika toegestuurd. Qua kennis van Amerikaanse muziek liepen ze dan ook voor op de Nederlandse leeftijdgenoten.

Rock-’n-roll als katalysator
Door de voorliefde voor rock-’n-roll en het daarbij behorende gedrag, haardracht en kleding kwamen er al snel conflicten tussen ‘thuis’ en die Indische jongeren. Films waarin opstandige jeugd centraal stond, zoals ‘Blackboard Jungle’ (1955), de eerste film die rock-’n-roll-muziek gebruikte (Bill Haleys ‘Rock around the Clock’!), versterkten het verzet tegen de bekrompen cultuur van hun ouders, en tegen die van Holland in het algemeen.

Naar Duitsland
Jonge Indo’s speelden vaak in kleine danszalen (bijvoorbeeld in de Haagse Dierentuin) op zelfgemaakte gitaren en versterkers: rauwe rock-’n-roll werd met veel passie en dramatiek over het publiek uitgestort. Dit bleef niet onopgemerkt bij impresario’s, die voor de Duitse Amikneipen (bars waar Amerikaanse soldaten kwamen) op zoek waren naar live-acts.
    Vele Indo-rockbands van het eerste uur, zoals de Black Dynamites, de Javalins, de Tielman Brothers, de Black Magics en de Crazy Rockers, maakten begin jaren ’60 de stap naar Duitsland.
    Maar ver van huis en haard was het leven van de jonge Indo-rockers helemaal niet vol glitter en glamour, zoals nu wordt gedacht: tournees van maanden achter elkaar, soms 7 dagen per week optredend, uitbuiting door managers, verkeerde vrouwen, eenzaamheid en heimwee.

Het einde van de echte Indo-rock
In Duitsland hadden de Indo-rockers hun shows steeds meer geperfectioneerd. Dit polijsten van de rock-’n-roll betekende echter het einde van de rauwe, intuïtieve Indo-rock. Kort daarna haalde de beatmuziek de rockers in.