vak
gymnastiek
docent
Dhr drs Nico van Horn
les
De 'bola' is rond; Sport in Indië

Net als in Nederland werd er ook in Indië voor en na de oorlog fanatiek en regelmatig gesport. Over de (georganiseerde) sportbeoefening door (Indo-)Europeanen is veel bekend en bewaard gebleven.

Lang werd aangenomen dat voetbal – ook in Indië de meest populaire sport – in 1895 in Soerabaja begon. Maar al in 1893 werd in Batavia de voetbal/cricketclub Rood-Wit vermeld.
    Andere sporten waren al eerder opgedoken, zoals in Makassar, waar tussen 1885 en 1887 een club actief was met cricket, zwemmen, watersport en atletiek. En van nog verder terug, van rond 1820, dateert het bericht dat er in Batavia door Engelsen werd gecricket.
    De sportbeoefening in de Nederlandse koloniën kwam pas laat op gang. Een reden kan zijn dat tot de Eerste Wereldoorlog sport geen prominente plaats kende binnen het Nederlandse onderwijssysteem. Daarbij waren er veel Europeanen in Indië werkzaam op buitenposten of in kleine plaatsen waar amper een voetbalelftal gevuld kon worden. De ontwikkeling van sport in Indië moeten we dan ook zoeken in de grotere steden.
    Veel Europeanen moesten overdag en ’s avonds werken; sporten gebeurde dus in het weekend. En dan was er nog het probleem van buitenlands verlof of de voortdurende overplaatsingen. Op veel plaatsen buiten de grote steden kwam daarom tennis snel op, want daarvoor was maar twee man nodig. Of er werd gezwommen: in de jaren ’20 en ’30 werden in de grote plaatsen moderne zwembaden gebouwd. Andere sporten opereerden meer in de marge, maar kenden wel een grote hoeveelheid fans, zoals motorraces, autorally’s, wielerwedstrijden, korfbal en atletiek.

Voetbal toen
De populairste sport was voetbal. In Batavia, Soerabaja, Bandoeng, Malang en andere plaatsen ontstonden verenigingen. Veel van die clubs waren officieus voor een bepaald soort publiek. Er waren clubs waar alleen volbloed-Europeanenspeelden, er waren clubs voor Indische jongens, clubs voor Chinezen, voor Armeniërs, en voor Indonesiërs.
    De meest geruchtmakende wedstrijden waren de Stedenwedstrijden, die vanaf 1914 werden gehouden. Zeker voor een normale competitie waren de grote afstanden en het moeizame reizen een probleem. Daarom speelden de clubs meestal binnen hun eigen stad. Alleen bij de Stedenwedstrijden ontmoetten de clubs tegenstanders uit een andere stad.
    Het hoogtepunt voor het Indische voetbal was de deelname aan de Wereldkampioenschappen in Frankrijk, in 1938. Het team verloor echter al in de eerste ronde.

Het is heel jammer dat van al die clubs weinig materiaal is overgebleven. Een uitzondering is BVC uit Batavia, die nog steeds bij elkaar komt, nu als reünistenvereniging. Tot voor kort was ook de COOVI, de Club van Oud Voetballers en Officials uit Indonesië, in Den Haag actief. Roki (Reünisten en Oud Korfballers uit Indonesië) organiseert wel nog steeds wedstrijden.

Voetbal nu
Onlangs werd het oude VIOS-stadion in Menteng gesloopt. De profclub, Persija, was toen inmiddels al lang verhuisd naar Lebakbulus. Op de plek van het oude VIOS-veld is nu een modern park aangelegd, met een paar kleine veldjes voor straatvoetbal. Anders is de situatie in Bandoeng: het veld van Sidolig ligt er schitterend bij en wordt met het veld van Persib beschouwd als een topstadion.