vak
geschiedenis
docent
Dhr drs Mark Loderichs
les
Het Britse tussenbestuur in Indiƫ, 1811-1816

In 1792 raakte Engeland in oorlog met Frankrijk. Die oorlog zou met een korte onderbreking duren tot 1815 en werd wereldwijd uitgevochten. Na de inval van de Fransen in 1795 werd de Bataafse Republiek uitgeroepen. Nederland kwam daarmee binnen de Franse invloedsfeer en zou in de jaren die volgden zijn lot steeds nadrukkelijker verbinden aan Frankrijk.
    De Bataafse Republiek maakte in 1806 plaats voor het Koninkrijk Holland en in 1810 volgde de inlijving in het Franse rijk. Die ontwikkeling maakte een oorlog met Engeland onvermijdelijk. Omdat Engeland en Frankrijk niet in staat waren de oorlog in Europa te beslissen – Napoleon beheerste het continent, Engeland de zee – was het een kwestie van tijd voordat het strijdtoneel zich ook naar de Indische archipel zou verplaatsen.

De Franse kolonie Java
In 1808 stuurde Lodewijk Napoleon Herman Willem Daendels naar Java met de opdracht het eiland voor te bereiden op de strijd met Engeland. Daendels voerde ingrijpende hervormingen door: hij maakte een einde aan het oude compagniesbewind, centraliseerde het bestuur en legde alle macht in handen van de Gouverneur-Generaal. Daendels wilde de Javaanse vorsten in het gareel dwingen, hij begon een modernisering van het bestuur volgens de ideeën van de Verlichting en hij introduceerde een nieuwe politieke etiquette die de gewijzigde machtsverhouding moest bekrachtigden. Het Frans-Nederlandse leger op Java werd fors uitgebreid met Indonesische soldaten en Daendels liet vanuit militaire motieven de Grote Postweg aanleggen. Hoewel het succes van zijn hervormingen, vooral door geldgebrek, beperkt was, legde Daendels daarmee de basis voor de moderne koloniale staat.

Het Engelse tussenbestuur
In augustus 1811 landde een sterke Engelse invasiemacht bij Batavia. Daendels’ opvolger Janssens capituleerde een maand later. De nieuwe Engelse Luitenant-Gouverneur Thomas Stamford Raffles zette het ingezette beleid van Daendels voort. Ook Raffles wilde het koloniale bestuur op Java moderniseren volgens de idealen van de Verlichting en het Europese gezag uitbreiden. Het resultaat van de onvermijdelijke confrontatie van Raffles met de sultan van Yogyakarta was de verovering en plundering de kraton van Yogya door Britse troepen in juni 1812. Die gebeurtenis maakte voor iedereen duidelijk dat er een nieuwe tijd was aangebroken. Voor het eerst in de geschiedenis waren de Europeanen de dominante macht op Java geworden.
    De jaren 1808-1812 waren sleuteljaren in de geschiedenis van Indië. Voor 1808 was de positie van Nederlanders wankel. De VOC was failliet, Nederland was bezet en het Frans-Nederlandse bewind moest een beroep doen op steun van de Javaanse vorsten om Engeland buiten de deur te houden. Na 1812 stond de positie van de Europeanen op Java niet meer onder druk en waren de machtverhoudingen definitief in hun voordeel verschoven. Daendels en Raffles waren weliswaar vertegenwoordigers van rivaliserende Europese staten, maar vanuit Javaans perspectief was hun ambitie identiek: zij maakten een einde aan de traditionele verhoudingen en vestigden definitief het Europese koloniale bewind op Java.